Arnold van Gelder 1921 - 1941

Geboren 23.11.1921 in Aalten
Gestorven 13.11.1941 in Mauthausen

Biografie

Tijdens de nationale dodenherdenking op 4 mei dit jaar zou in Bredevoort (de Achterhoek) aandacht besteed worden aan de omgekomen joodse inwoners van de gemeente Aalten waaronder Bredevoort valt. De joodse jongen Arnold van Gelder zou daarbij centraal staan. Hij werd op 8 oktober 1941 afgevoerd naar Mauthausen waar hij niet veel later,  op 13 november 1941, overleden is.

Arnold van Gelder was de jongste zoon van slager Levie van Gelder en Jula Landau uit Duitsland. Beiden woonden in het pand dat door zijn overgrootvader in het begin van de negentiende eeuw was betrokken aan de Dijkstraat 10a te Aalten. Uit het huwelijk van Levie en Jula zijn drie kinderen geboren. Erich, geboren 18 november 1909, werd ook slager. Hij verhuisde op 16 juli 1939 naar Apeldoorn, waar hij vermoedelijk werkzaam was in de Joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornse Bos. Zijn zus Julchen, 22 mei 1913 geboren, was in diezelfde inrichting werkzaam als verpleegster. Toen de Duitsers in de nacht van 21 op 22 januari 1943 de bijna 1200 patiënten rechtstreeks naar Auschwitz transporteerden, gingen 50 verpleegkundigen mee voor de verzorging onderweg.  Vermoedelijk was Julchen een van hen, want zij is op 12 februari1943 in Auschwitz overleden. Het achtergebleven personeel van Het Apeldoornse Bos is via Westerbork naar Polen gevoerd. Van Erich weten we alleen dat hij op 31 december van dat jaar in Warschau is overleden.

Arnold, de jongste zoon van Levie en Jula, geboren op 23 november 1921, was het eerste joodse slachtoffer in Aalten van de nazi-terreur in de Achterhoek. Van zijn jeugd weten we weinig. Op een klasse-foto uit 1930 staat hij op de achterste rij. We weten ook dat hij op 18 oktober 1939 naar Hengelo, Overijssel, vertrok en dat hij op 17 juli 1940 weer terug kwam in Aalten. Vervolgens ging hij in september 1940 weer terug naar Hengelo om op 11 juli 1941 voorgoed terug te keren naar Aalten.

Omdat hij de zomermaanden thuis was, denk ik aan een schoolperiode in Hengelo van twee jaar steeds onderbroken door een zomervakantie. Maar welke school of welke opleiding hij volgde, is onbekend. Na de zomer moet hij werk gevonden hebben bij de knopenfabriek (de Dutch Button Works). Dit weten we omdat bekend is  dat hij op 8 oktober van datzelfde jaar tijdens een razzia door Duitsers opgepakt is op zijn werkplek.

          Bron: Brochure van de Aaltense synagoge

Op 8 oktober 1941 verscheen bij de  knopenfabriek in Bredevoort (DBW Dutch Button Works) onverwacht een overvalwagen voor de deur. Daar werd Arnold van Gelder terwijl hij aan het werk was bij de knopenpolijstmachine gearresteerd.

We weten dat op het kantoor van de fabriek ook een joods meisje werkte, Helga Oppenheim. Zij zag uit haar raam een Duitse overvalwagen. Bij het zien daarvan verstopte zij zich een tijdlang op de WC. De directie wees haar een betere schuilplaats aan in de opslagplaats voor runderbotten die gebruikt werden voor de knopenproductie. Daar zouden de Duitsers niet zo makkelijk binnenkomen, want bij het openen van de deur was de stank van rottende vleesresten zo sterk en er waren zoveel maden die er over de vloer kropen, dat zij wel zouden terugdeinzen. Helga is na deze voor Arnold noodlottige dag nog een tijd, op een andere afdeling van de knopenfabriek blijven werken.

Toen het joden verboden werd om zich per fiets te verplaatsen, namen collega’s  Helga vanuit Aalten achterop hun rijwiel mee naar Bredevoort. Zodra ze dichtbij Bredevoort waren, ging ze lopend verder. Nog weer later nam de toenmalige directeur, Willem te Gussinklo, haar in zijn auto mee, waar zij tijdens de rit wegdook op de vloer van de auto om onderweg niet gezien te worden.

Uiteindelijk adviseerde K. Ruizedaal (verzetsman) haar om onder te duiken. Zij overleefde  de oorlog, trouwde met Hans Eppink en is januari 2013 in Aalten overleden. 

          Bron: J.G. Terhorst

Er is enige verwarring over de feiten rondom 8 oktober 1941. Welke twee gebeurtenissen vonden plaats? En was er een connectie tussen de razzia in de Achterhoek en de gelijktijdige brandstichting in Aalten?

Er werd vanuit Arnhem een razzia georganiseerd in de Achterhoek 

Op 7 en 8 oktober werden razzia’s uitgevoerd in Arnhem, Apeldoorn, Zwolle en in de Achterhoek. Ongeveer 200 joden werden opgepakt. In Winterswijk werd wel gezocht naar joden, voor welk doel een lijst met 33 namen van joden werd opgemaakt. Maar pas in de morgen van 8 oktober werden 6 arrestaties verricht. Een zoon van de familie Gans hoorde bij de zes opgepakten en is net als de anderen op transport gezet naar Mauthausen. De schrijfster Johanna Reiss van het jeugdboek De schuilplaats refereert aan deze gebeurtenis. Daarin noemt zij haar zus Rachel. “Een paar dagen later komt mevrouw Gans bij Rachel. Hun zoon heeft geschreven in het Duits. Rachel kent Duits en vertaalt de brief.  “Ik ben sinds 10 oktober in Mauthausen”, stond er in schrijfmachineletters. “Ik ben nummer 5562. Zaal B”. In de linker onderhoek de woorden: “Schrijf alleen in de Duitse taal. Postzegels voor antwoord bijvoegen”. Rachel schrijft namens de moeder van Gans terug. Negen dagen later komt de brief die Rachel heeft geschreven terug uit Mauthausen. Onbekend stond er dwars over de enveloppe gestempeld. Raar dat ze zich hem niet meer herinneren, zegt de moeder van Harrie Gans.

  Bronnen:     

  B. Moore

  H. Krosenbrink

  Johanna Reiss (Annie Reiss-de Leeuw)

Arnold werd tijdens de razzia’s van 7 en 8 oktober 1941 afgevoerd  en op transport gezet naar Mauthausen, waar hij  kort voor zijn 20ste verjaardag (23 november) op 13 november 1941 is overleden. Een jaar later meldt de gemeente Aalten in het bevolkingsregister 1942:  "verder werd een persoon: Arnold van Gelder van de lijst afgevoerd, wegens vermoedelijk overlijden.

Zo eindigt mijn relaas

van wat er gebeurde.

Zo verdween uit de geschiedenis,

en verdween in de vergetelheid

Arnold van Gelder, 19 jaar,

in Bredevoort op 8 oktober 1941 gearresteerd,

op 13 november overleden in Mauthausen,

en in 1942 verwijderd

uit het bevolkingsregister in Aalten

"wegens vermoedelijk overlijden" …

 

            Henk Waaijenberg, Aalten, november 2020

 

Bibliografie

B. de Joode, Aalten  in bezettingstijd. Aalten 1946

P. Lurvink, De joodse gemeente in Aalten. Zutphen 1999

J.G. ter Horst, Aalten in Oorlogstijd. Aalten 1995

Bredevoort, een heerlijkheid. Redactie Staring Instituut. Stichting veste Bredevoort 1988

B.Moore,  Slachtoffers en overlevenden. De nazi-vervolging vn de joden in Nederland. Amsterdam 1998

Ook zij waren Aaltenaren… Stichting vrienden van de  Aaltense synagoge. Aalten

H.de Beukelaer eb B. Boersema, De oorlog onder één dak.  Verhalen rond markt 12 in Aalten. IJzerlo 2010.

Johanna Reiss, ps. Annie Reiss-de Leeuw, The upstairs room. 1992. De schuilplaats.(vertaald door Bob den Uyl) 1994.

H. Krosenbrink, Dr. W.P.C. Bos. Zijn leven en zijn werk. Stichting Staring Instituut. 1995.

Een treffend beeld van het kamp Mauthausen geeft de Griekse componist Theodorakis in de Mauthausen cyclus, in het nummer 'Adonis'.

(De gevangenen moesten een trap van 186 treden uithakken voordat het grafiet naar boven gehaald kon worden):

 

"Daar op de brede trap,

op de trap der tranen,

in de diepe Wiener Graben,

in de steengroeve van de jammerklachten,

lopen joden en partizanen,

vallen joden en partizanen neer.

 

Op hun rug torsen zij rotsblokken

als een stenen kruis des doods.

Daar hoort Andonis een stem

van alle kanten op hem afkomen:

"o, kameraad, o kameraad,

help me de trap op te komen."

Maar daar op die brede trap,

op de trap der tranen,

is zulk een hulp een belediging,

zulk erbarmen een vloek.

De jood valt neer op de trede

en de trap kleurt rood,

"en jij kerel, kom jij eens hier,

draag twee blokken steen!""

 

https://www.youtube.com/watch?v=GvNm0F8L96Q

 

positie in de ruimte