Terug

José Gillès de Pélichy 1923 - 1944 Bewerken

Geboren 18.6.1923 in Gent
Gestorven 26.10.1944 in Gusen

Biografie

Uit een gedenkblad voor José Gillès de Pélichy: 

Gedenk in Uew Gebeden de Ziel van Jonkheer José, Charles, Raphaёl, Marie, Ghislain Baron Gillès de Pélichy

Politiek Gevangene

Lid van het Geheim Belgisch Leger A. B. A. V. I., bij „Prins Boudewijn“ Scoutstroep.

Geboren te Gent, den 18. Juni 1923, godvruchtig overleden voor Konig en Vaterland in het Folteringskamp van Gusen-Mauthausen (Oostenrijk) begin November 1944.

In ’s menschen levensbestemming ligt er geen edeler taak dan geroepen te worden om de onafhankeijkheid van een volk te handhaven en zijn vrijheid te verdedigen. (Koning Leopold I).

“Weest niet bang voor het dreigen van den goddelooze; want zijn pracht vervuilt en valt den wormen ten prooi. Vandaag nog is hij hoog verheven, morgen niet eens meer te vinden; tot zijn stof keert hij terug, en met zijn plannen is het gedaan. Dus kinderen, weest moedig, en staat pal voor Gods wet, want daarin alleen ligt Uw roem!” (1 Makkab. 2, 62–64).

Mathatias antwoordde met luider stem: „Al gehoorzamen alle volken in het rijksgebied, an dat heidensch gezag … ik, mijn zonen en mijn familie blijven trouw aan het verbond onzer vaderen! Wij denken er niet aan Gods wet te verzaken en haar geboden. Nooit gehoorzamen wij aan die heidenen; van onzen godsdienst wijken we niet af, niet rechts en niet links!“ (1 Makkab. 2, 19–22).

“Vrees dus niet voor wat ge lijden moet. Zie, de duivel zal sommigen van U in den kerker werpen om U te besproeven; ook zult ge verdrukking lijden ... Wees getrouw tot aan den dood, en Ik zal U de kroon des levens schenken”. (Openb. 2, 10)

„Omdat ge mijn bevel tot volharding bewaard hebt, zal Ik ook U in het uur der beproeving bewaren, dat over de heele wereld zal komen, en hen zal beproeven, die de aarde bewonen. Ik kom spoedig! Houd vast wat ge hebt, opdat niemand U berooft van de kroon.“ (Openb. 3, 10)

“Ze gingen heen van den Hoogen Raad, verheugd dat ze waardig waren bevonden, versmading te lijden voor den Naam van Jezus”. (Hand. 5, 41).

“Men kan geen grooter teeken geven van zijn liefde voor volk en vrieden dan het opofferen van zijn leven”. (Jo. 15, 31)

“Alwie mij helijden zal voor de menschen, zal Ik ook helijden voor mijn Vader”. (Matth. 10, 32).

“Zalig dus, die vervolging lijden om de gerechtigheid, want hun behoort het Rijk der Hemelen”. (S. Matth. 5, 10)

Weggevoerd en terechtgesteld als lid van de nationale weerstandsbeweging tegen de Nazi-dwingelandij, heeft José zijn jong veel-belovend leven volbewust en edelmoedig geofferd voor de vrijheid van de Kerk en van het Vaderland.

Die vrijheid eb grootheid van Kerk en land heeft hij steeds beschouwd als iets onvardeelbaars dat alle offer waardig was.

Voor dat ideal heeft hij zich gegeven in nanolging van zijn dierbaren broeder André, gesneuveld op 25 Mei 1940 in den slag hij Wevelgem. Diens heldhaftige dood heft het zaad der offerende liefde, dat zoo overvloedig in zijn hart was uitgestrooid, weelderig doen ontkiemen. José ideaal kan in één woord weergegeven worden: zich geven.

Dit was ook hetgeen hij waardeerde in het scoutisme, “prachtige beweging, schreef hij in zijn afscheidsbrief, die veel van zijn leden eischt en enkel maar van toewijding en van dienen leeft”.

Zijn heengaan laat bij zijn nabesfaanden een groote leegte, maar ook de fierheid, dat hun Zoon en Broeder zijn heerlijke roeping begrepen heeft, daarvan de volle verantwoordelijkheid heeft willen en durven dragen, en ten einde toe volbracht heeft tot het offer van zijn bloed. In hun naam ook heeft hij getuigenis afgelegd van hun aller trouwe verbondenheid aan Kerk en Vaderland. Die overtuiging ist voor hen en troost, een steun en een prikkel om met God’s genade blijmoedig hun aandeel in zijn offer op zich te nemen.

“En nu innig geliefde Ouders en dierhare Broer en Zusters, we moeten elkaar een ‘tot weerziens’ toeroepen; treurt vooral niet over mij: U hebt een prachtige daad gesteld door mij af te staatm aam het Vaderland en aan God, wien ik dien. U kunt daar geed spijt van hebben”. (Uit José’s afscheidsbrief).

R.I.P.

Heer, dat uwe wil geschiede en niet de mijne!

Bestanden

informatie over persoon versturen…

aanvullende informatie over persoon toevoegen …