Augustinus Herreman 1885 - 1945 Bewerken
Geboren 16.11.1885 in Sint-Niklaas
Gestorven 10.1.1945 in Gusen
Biografie
1. Zijn verhaal
Augustinus Herreman, geboren op 16 november 1885, was een Hammenaar en stond bekend als “Stin, de verver”. In 1908 trouwde hij met Célestine Vereecken en het koppel kreeg 3 kinderen, Jeanne, Maria en Rachel.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Stin in augustus 1914 als lid van het 10e Linieregiment gevangen genomen. Pas in januari 1919 keerde hij terug naar België.
In augustus 1942 werd hij gearresteerd op grond van zijn verzetsactiviteiten binnen de Nationale Koninklijke Beweging (NKB) en verdween hij in de Nazi-kampen. Zijn familie kreeg enkel te horen dat hij uiteindelijk, op 10 januari 1945 te Mauthausen overleden was.
De NKB was een actieve vereniging die bijna 4000 leden kende. Ze stond op tegen de de verplichte tewerkstelling en steunde de werkweigeraars, verzamelde inlichtingen van militaire aard, gaf hulp aan ondergedoken joden en geallieerde piloten. De organisatie had ook verschillende sluikbladen.
De NKB geeft zelf aan dat Stin ook de medestichter was van de Kern NKB in Hamme. Hij wierf meerdere nieuwe leden aan, organiseerde kleine groeperingen, verborg wapens en gevaarlijke papieren (o.a. ledenlijsten en lidkaarten). Of nog: “Un de nous plus pur résistants du secteur“De Belgische overheid erkende na de oorlog dat hij een “zeer bedrijvig lid van de Nationale Koningsgezinde Beweging” was. In een In memoriam dat na de oorlog gepubliceerd werd, beschreef de NKB hem als volgt:
“Gedurende de eerste maanden van de bezetting die zovele mensen ontmoedigden omdat alles tegen ons was had hij den moed iedereen op te beuren en tegen den bezetter te kanten.Voor niemand ging hij op dat punt achteruit en menig zwart verrader heeft het van hem nog al eens mogen horen [...] fier wees hij toen op het nationaal strikje dat hem nooit verliet.”
2. Zijn arrestatie
Na een tip aan de bezetter viel op 11 augustus 1942 de Feldpolizei binnen in het huis in de Drapstraat in Hamme en werd hij gearresteerd. Hoewel hij op dat ogenblik verschillende belastende documenten in huis had zijn deze nooit gevonden bij de huiszoeking. Rachel Herreman vertelde steeds het verhaal hoe haar vader deze bij haar als 16-jarig meisje verstopt had in haar blouse.
Stin zou nadien weggevoerd zijn naar Gent waar hij een korte tijd in gevangenschap doorbracht. Vanaf dan zou zijn lijdensweg door de Duitse kampen beginnen.
3. Nacht und Nebel
Stin kreeg als actief verzetslid het Nacht und Nebel-statuut. Dit in 1941 door de nazi’s geïntroduceerde statuut was onder meer gericht tegen verzetsactiviteiten in West-Europa. Door individuën plots op te pakken zonder waarschuwing en hen te laten verdwijnen in de kampen (vandaar de benaming) wilde men de bevolking intimideren en ontmoedigen. Gevangenen hun familie kregen geen informatie over hun toestand of locatie en de gevangenen zelf werd alle contact met de buitenwereld ontzegd. Zij kregen ook een “speciale” behandeling in gevangenschap en kregen het dus zo mogelijk nog harder te verduren.
Stin kreeg nummer NN 17397. Hoewel hij in elk kamp waar hij arriveerde een nieuw nummer gekregen lijkt te hebben, bleef dit nummer een constante.
4. De lijdensweg door de kampen
De onderstaande informatie is niet volledig en baseert zich op de door het International Tracing Service en de archiefdiensten van KZ Dachau en Mauthausen aangereikte documenten.
De eerste keer duikt Stin op in Strafgefängnis Bochum waar hij nummer 1601/42 had. Hij zou hier van 23 september 1942 tot 22 mei 1943 opgesloten zijn waarna hij op transport geplaatst werd naar de gevangenis van Hamelen.
Er is geen informatie beschikbaar van zijn gevangenschap in het “Zuchthaus Hameln, Strafanstalt Hameln”. Gevangenen werden ingeschakeld in de oorlogsindustrie en de omstandigheden waren bijzonder zwaar. Er zouden 853 mannen uit de Benelux opgesloten geweest zijn tijdens de oorlog waarvan 220 het niet overleefden.
Vervolgens moet hij enige tijd in KL Sachsenhausen in de buurt van Berlijn doorgebracht hebben. Het enige bekende over deze periode momenteel is zijn nummer: 73513. Dit concentratiekamp was één van de belangrijkste en centrale kampen voor nazi-Duitsland, zowel qua opleiding voor toekomstig kamppersoneel elders als onderdeel van de Duitse industrie. Tijdens de oorlogsjaren passeerden meer dan 200.000 gevangenen door het kamp en werden tussen 30.000 en 35.000 vermoord.
Daarna werd Stin op transport geplaatst naar KL Natzweiler in de buurt van Straatsburg waar hij op 18 juni 1944 arriveerde en nummer 102360 kreeg. Van zijn aankomst zijn bestanden bewaard rond de initiële ondervraging, zijn bezittingen en zijn medische toestand op dat ogenblik.
Bij de karige bezittingen valt de pijp op, ongetwijfeld één van de weinige geneugtes waarvan hij kon genieten.
Het medisch onderzoek wijst intussen op een matige algemene gezondheid op dat ogenblik. Met zijn lengte van 1m70 weegt hij op dat ogenblik slechts 55kg. Het onderzoek spreekt van “Krampfadern bd. U’Schenkel & Oedeme” ofwel spataders aan de onderbenen en vochtophoping. Opvallend (en veelzeggend?) is de beschrijving van het gebit: “lückenhaft ohne Gold” ofwel brokkelig zonder goud.
In het najaar van 1944 naderen de geallieerde troepen snel en zagen de nazi’s zich genoopt het kamp te sluiten. Stin werd op 4 september samen met 1100 andere gevangenen op een transport geplaatst naar Dachau, vlakbij München, waar ze op 6 september zouden arriveren.
In KZ Dachau zelf zou Stin slechts zeer kort blijven. Nauwelijks een week later, op 14 september 1944 werd hij opnieuw op transport geplaatst, deze keer in de richting van KZ Mauthausen in Oostenrijk. Op de transportlijst van die dag is zijn naam met de hand nog toegevoegd.
In Mauthausen komt het transport aan op 16 september 1944. Stin krijgt opnieuw een ander nummer: 98232. KL Mauthausen is in feite een complex van verschillende kampen. Het is niet duidelijk of Stin onmiddellijk of slechts later naar Gusen gestuurd zal worden. Wat in ieder geval wel duidelijk is, is dat hij het zwaar te verduren kreeg. Op 28 november vaardigde de politieke afdeling van het kamp een bevel uit om een groep van 35 gevangenen waaronder hijzelf voortaan als “NN – Häftlinge zu behandeln sind”. Op 10 januari 1945 om 6u10 sterft Stin. De registers van Gusen geven aan dat hij gestorven is aan “Herzmuskelschwäche, Eitriger Dickdarmkatarrh” wat vertaald kan worden als een zwak hart en dikkedarmontsteking met etter. De archiefdienst van Mauthausen waarschuwt wel dat de neergeschreven doodsoorzaak niet noodzakelijk de realiteit weerspiegelt.
Die dag zullen 34 gevangenen de dood vinden, allen tussen 4 en 8u30 ’s ochtends aldus de Veränderungsmeldung van 11 januari 1945.
Tussen 1938 en 1945 werden bijna 200.000 mensen naar de kampen van Mauthausen gedeporteerd en zowat de helft overleefde het niet. Mauthausen was bijzonder dodelijk voor de Belgische gevangenen: Van de 1.000 gedeporteerden, wegens hun politieke of verzetsactiviteiten of wegens hun ras, lieten 800 er hun leven.
Van de bijna 4.000 NKB-leden zouden er ongeveer 300 aangehouden zijn. 166 van hen stierven in Duitse gevangenissen en concentratiekampen, velen met een Nacht und Nebel-statuut. Stin was één van deze 166.
Michael Aendenhof, achterkleinzoon (zijn dochter Rachel was mijn grootmoeder)