Geboren 12.9.1907 in Venlo Gestorven 1.3.1945 in Mauthausen
Biografie
Die Brüder Jan und Leo Dael kamen aus einer großen katholischen Familie. Leopold Dael sen. und seine Frau Helena Maassen hatten neun Kinder, vier Jungen und fünf Mädchen. Leopold war ein umtriebiger und erfolgreicher Unternehmer in der Lebensmittelbranche, im Gaststättengewerbe und im Transportwesen, der zudem im Zentrum von Venlo Immobilien besaß. Er verfügte über ausreichend Mittel, um seinen Söhnen eine Ausbildung zu ermöglichen – sein ältester Sohn wurde Arzt – oder geschäftlich in den Sattel zu helfen. Leo war gelernter Automechaniker und arbeitete vor seiner Heirat als Lastwagenfahrer beim Venloer Transportbetrieb Janssen Boten en Auto‘s (Janssen Boote und Autos). Zu seiner Hochzeit mit Henriette Hostermans erhielt er von seinem Vater ein Auto, um damit ein eigenes Taxiunternehmen zu beginnen. Leo und Henriette bekamen von 1929 bis 1937 vier Kinder, drei Töchter und einen Sohn, wodurch es für Leo zunehmend schwieriger wurde, seine rasch anwachsende Familie mit dem beschränkten Einkommen aus seinem Einmannbetrieb zu ernähren. Um etwas dazuzuverdienen, arbeitete er als Nachtwächter.
Jan Dael brach das Gymnasium vorzeitig ab und versuchte sich in zahlreichen Jobs und Berufen. Er war unter anderem Hotelangestellter, Chauffeur und Koch, um schlussendlich seine Berufung in der von seinem Vater gekauften Buchhandlung und Bibliothek De Boemerang (Der Bumerang) zu finden. Die Buchhandlung befand sich am Gelderse Poort in direkter Nachbarschaft zu seinem Vater und dessen zweiter Frau. Leopold Dael war 1933 Witwer geworden und heiratete zwei Jahre später Elisabeth van Well. Jan selbst heiratete 1930 Catharina Dörge. In den darauf folgenden 13 Jahren kamen zwei Söhne und vier Töchter zur Welt.
Als ausgesprochen vaterlandsliebende und dezidiert anti-deutsche Familie schlossen sich die Daels im Krieg dem Widerstand an. Leo arbeitete als Nachtwächter bei einer von den Deutschen als Dienststelle beschlagnahmten Schule – für einen Widerstandskämpfer ein strategisch ausgesprochen interessanter Ort. Die Brüder bemächtigten sich diverser Personalausweise und Bezugsscheine, womit sie Untertauchenden und gestrandeten englischen Piloten halfen.
Obwohl Jan sich nicht dem bewaffneten Widerstand anschloss, stellte er sein Haus der KP zur Verfügung, weil das Kommen und Gehen von vielen Menschen in einem Geschäft weniger auffiel. Sein Geschäft war die Ausfallsbasis für Aktionen wie das Attentat auf das Melderegister in Venlo. Gleichzeitig fanden Untertauchende bei Jan eine gastfreundliche Unterkunft. Nachdem unter den Kindern der gleiche Widerstandsgeist herrschte wie bei den Eltern, wurde es für die Familie Dael selbstverständlich, die täglichen Mahlzeiten inmitten einer großen Gesellschaft einzunehmen.
Währenddessen wurde das Haus am Gelderse Poort allerdings vom gegenüber gelegenen Café beobachtet, was zur Festnahme des unerbittlich gesuchten KPers und Pilotenhelfers Toon Mooren[1] führte, der sich bei der Familie Dael aufhielt. Nachdem der Versuch gescheitert war, ihn bewaffnet aus der Polizeidienststelle zu befreien, versuchte Jan, einen Polizisten zu bestechen, um sein Ziel zu erreichen. Die Sache wurde jedoch bekannt und am frühen Morgen des 24. Mai 1944 wurde Jan aus seinem Bett geholt. Es war eine der wenigen Nächte, die er zu Hause schlief, und nicht, aus Sicherheitsgründen, anderswo. Im selben Moment wurde Leo aus seinem Haus am Veldenseweg geholt.
Die beiden Brüder wurden in der Venloer Polizeidienststelle eingesperrt, wo sie merkten, dass auch ihre Schwester Jet gefangen genommen worden war. Zu dritt wurden sie am nächsten Tag zum Sicherheitsdienst in Maastricht überführt. Sie wurden eine Woche lang verhört, danach konnte Jet Helsen-Dael zu ihrem Mann und ihren fünf Kindern zurückkehren. Ihre Brüder kamen nach Vught, am 6. September wurden sie nach Sachsenhausen transportiert. Mit einem Transport, in dem sich auch Toon Mooren befand, kamen sie am 16. Februar in Mauthausen an, wo Jan und Leo kurz nacheinander starben. Sie waren 36 und 37 Jahre alt.
Kurz nach dem Krieg erhielt Jans Witwe sowohl eine amerikanische als auch eine englische Urkunde, in der ihrem Mann der Dank für seine Unterstützung der Alliierten ausgesprochen wird. Am 5. Februar 1982 wurde ihm posthum das Widerstands-Erinnerungskreuz verliehen. Die Namen von Jean-Marie und Leopold Dael stehen auf der Ehrenliste der Gefallenen 1940–1945. Zudem wurde zu Beginn der 1990er-Jahre in Venlo in einem Widerstandshelden gewidmeten neuen Stadtteil eine Straße nach den Brüdern Dael benannt.
Henny E. Dominicus
Stichting Vriendenkring Mauthausen
Henny E. Dominicus ist die Autorin des Buches Mauthausen, een gedenkboek, das sie gemeinsam mit Alice van Keulen-Woudstra für die Stichting Vriendenkring Mauthausen herausgegeben hat.
Aus dem Niederländischen von Veronika Zangl
[1] Antonius Lodewijk Joseph Mooren; geboren am 19. März 1923 in Vierlingsbeek, gestorben am 5. März 1945 in Mauthausen.
De broers Jan en Leo Dael kwamen uit een groot katholiek gezin. Leopold Dael Sr. en zijn vrouw Helena Maassen hadden negen kinderen, vier jongens en vijf meisjes. Leopold was een druk en succesvol ondernemer in de levensmiddelen-, catering- en transportbranche, die ook onroerend goed bezat in het centrum van Venlo. Hij beschikte over voldoende middelen om zijn zonen een opleiding te geven - zijn oudste zoon werd arts - of om ze in het zadel te helpen in de zakenwereld. Leo was opgeleid als automonteur en werkte voor zijn huwelijk als vrachtwagenchauffeur bij het Venlose transportbedrijf Janssen Boten en Auto’s. Voor zijn huwelijk met Henriette Hostermans kreeg hij een auto van zijn vader om zijn eigen taxibedrijf te beginnen. Leo en Henriette kregen van 1929 tot 1937 vier kinderen, drie dochters en een zoon, waardoor het voor Leo steeds moeilijker werd om zijn snel groeiende gezin te onderhouden met het beperkte inkomen uit zijn eenmanszaak. Om wat bij te verdienen, werkte hij als nachtwaker.
Jan Dael brak het gymnasium voortijdig af en probeerde tal van baantjes en beroepen uit. Hij was onder meer hotelbediende, chauffeur en kok, voordat hij uiteindelijk zijn roeping vond in de boekhandel en bibliotheek De Boemerang, die hij van zijn vader kocht. De boekhandel was gevestigd aan de Gelderse Poort vlak bij zijn vader en diens tweede vrouw. Leopold Dael was in 1933 weduwnaar geworden en trouwde twee jaar later met Elisabeth van Well. Jan zelf trouwde in 1930 met Catharina Dörge. In de daaropvolgende 13 jaar werden twee zonen en vier dochters geboren.
Als onvoorwaardelijk patriottische en gedecideerd anti-Duitse familie sloten de Daels zich tijdens de oorlog aan bij het verzet. Leo werkte als nachtwaker in een door de Duitsers als bureaugebouw gevorderde school - een strategisch zeer interessante plaats voor een verzetsstrijder. De broers wisten verschillende persoonsbewijzen en rantsoenbonnen te bemachtigen, die zij gebruikten om onderduikers en gestrande Engelse piloten te helpen.
Hoewel Jan zich niet aansloot bij het gewapend verzet, stelde hij zijn huis ter beschikking van de knokploeg omdat het komen en gaan van veel mensen in een winkel minder opviel. Zijn winkel was de uitvalsbasis voor acties als de aanslag op de burgerlijke stand in Venlo. Tegelijkertijd vonden onderduikers gastvrij onderdak bij Jan. Aangezien bij de kinderen dezelfde geest van verzet heerste als bij hun ouders, werd het voor de familie Dael vanzelfsprekend om hun dagelijkse maaltijden te nuttigen te midden van een groot gezelschap.
Intussen werd het huis aan de Gelderse Poort echter vanuit het tegenoverliggende café in de gaten gehouden, wat leidde tot de arrestatie van de onverbiddelijk gezochte KPer en pilotenhelper Toon Mooren[1], die bij de familie Dael was ondergedoken. Nadat de poging om hem gewapend uit het politiebureau te bevrijden was mislukt, probeerde Jan een politieman om te kopen om zijn doel te bereiken. Dat werd echter bekend en vroeg in de ochtend van 24 mei 1944 werd Jan uit zijn bed gelicht. Het was een van de weinige nachten dat hij thuis sliep en niet, om veiligheidsredenen, ergens anders. Op hetzelfde moment werd Leo uit zijn huis aan de Veldenseweg gehaald.
De twee broers werden opgesloten in het politiebureau van Venlo, waar ze merkten dat hun zus Jet ook gevangen was genomen. De drie werden de volgende dag overgebracht naar de SD in Maastricht. Zij werden een week lang ondervraagd, waarna Jet Helsen-Dael kon terugkeren naar haar man en vijf kinderen. Haar broers kwamen naar Vught, en op 6 september werden ze naar Sachsenhausen overgebracht. Met een transport, waaronder Toon Mooren, kwamen zij op 16 februari in Mauthausen aan, waar Jan en Leo kort na elkaar stierven. Ze waren 36 en 37 jaar oud.
Kort na de oorlog kreeg Jan’s weduwe zowel een Amerikaanse als een Engelse oorkonde waarin man bedankt werd voor zijn steun aan de geallieerden. Op 5 februari 1982 werd hem postuum het Verzetsherdenkingskruis toegekend. De namen van Jean-Marie en Leopold Dael staan op de Erelijst van Gevallenen 1940-1945. Bovendien is begin jaren negentig in Venlo een straat naar de gebroeders Dael vernoemd in een nieuwe wijk gewijd aan verzetshelden.
The brothers Jan and Leo Dael came from a large Catholic family. Leopold Dael Sen. and his wife Helena Maassen had nine children: four boys and five girls. Leopold was an energetic and successful entrepreneur in the food industry, in hospitality and in transportation, as well as owning property in the centre of Venlo. He had means enough to give his sons an education – his eldest son became a doctor – or to help them on their way in business. Leo was a trained car mechanic and before his marriage he worked as a truck driver for the Venlo transport company Janssen Boten en Auto’s (Janssen Boats and Cars). His wedding gift on his marriage to Henriette Hostermans from his father was a car in order to start up his own taxi business. Leo and Henriette had four children between 1929 and 1937 – three daughters and a son – which made it increasingly difficult for Leo to provide for his rapidly expanding family from the limited income from his one-man business. In order to supplement his income he worked as a night-watchman.
Jan Dael dropped out of grammar school early and tried his hand at various jobs and trades. Among others he worked in a hotel, as a chauffeur and as a cook before finally finding his calling in the bookshop and library De Boemerang (The Boomerang) purchased by this father. The bookshop was located on Geldersepoort very close to where his father lived with his second wife. Leopold Dael had been widowed in 1933 and had married Elisabeth van Well two years later. Jan himself married Catharina Dörge in 1930. Over the following 13 years they had two sons and four daughters.
As a declared patriotic and decidedly anti-German family, the Daels joined the resistance during the war. Leo worked as a night-watchman at a school commandeered by the Germans as a duty station – a place of decided strategic importance to a resistance man. The brothers acquired various ID cards and ration cards with which they helped those in hiding and stranded English pilots.
Although Jan did not join the armed resistance, he put his house at the disposal of the KP group, since a lot of people coming and going was less conspicuous in a shop. His shop was the base for actions such as the attack on the Venlo register of residents. At the same time those in hiding found hospitality and shelter at Jan’s house. Since the same spirit of resistance prevailed in the children as in the parents, it was natural for the Dael family to take their daily meals surrounded by a large company of guests.
However, during this time the house on the Geldersepoort was being observed from the café opposite, which led to the capture of the relentlessly-sought KP member and helper of pilots Toon Mooren,[1] who was staying with the Dael family. After an armed attempt to free him from the police station failed, Jan tried to bribe a policeman to achieve his aim. But this became known and in the early morning of 24 May 1944, Jan was fetched from his bed. It was one of the few nights he had slept at home and not, for reasons of security, elsewhere. At the same time Leo was fetched from his house on Veldenseweg.
The two brothers were locked in the Venlo police station where they realised that their sister Jet had also been taken prisoner. The following day all three were handed over to the Sicherheitsdienst (Security Service) in Maastricht. They were interrogated for a week, after which Jet Helsen-Dael was able to return to her husband and five children. Her brothers were taken to Vught and, on 6 September, were transported to Sachsenhausen. On 16 February 1945, on a transport which also contained Toon Mooren, they arrived at Mauthausen, where Jan and Leo died in quick succession. They were 36 and 37 years old.
Shortly after the war Jan’s widow received documents from both the Americans and the English in which they expressed their thanks for her husband’s support of the Allies. On 5 February 1982 he was posthumously awarded the Resistance Memorial Cross. The names of Jean-Marie and Leopold Dael are included on the honour roll of the fallen for 1940–1945. Furthermore, at the beginning of the 1990s, in a new district in Venlo dedicated to heroes of the resistance, a street was named after the Dael brothers.
Henny E. Dominicus
Stichting Vriendenkring Mauthausen
Translation into English: Joanna White
[1] Antonius Lodewijk Joseph Mooren; born on 19 March 1923 in Vierlingsbeek, died on 5 March 1945 in Mauthausen.
