Geboren 25.10.1918 in Amsterdam Gestorben 7.8.1941 in Mauthausen
Biografie
Jakob Gijs Rubens, der Jaap genannt wurde, war der Sohn von Marcus Rubens und Rebecca Rubens-Witstein. Die Familie Rubens war liberal-jüdisch, nicht orthodox, aber die jüdischen Feiertage wurden gefeiert. Herr und Frau Rubens hatten in der Amsterdamer Breestraat ein Großhandelsgeschäft mit Krawatten, Knöpfen und Kragen. Jaap hatte drei Schwestern, Ella, Betty und Thea. Er war der jüngste und einzige Sohn, ein zartgliedriger junger Mann mit Brille. Seine Eltern erwarteten, dass er das Geschäft übernehmen würde. Es gab einen Streit darüber, weil er eigentlich Musiker werden wollte. Jaap wurde in Amsterdam festgenommen, höchstwahrscheinlich während der zweiten Razzia am 11. Juni 1941. Ungefähr 300 junge jüdische Männer wurden festgenommen. Jaap wurde nach Mauthausen deportiert, wo er am 7. August 1941 im Alter von nur 22 Jahren starb. Nach Angaben aus den Arolsen-Archiven wurde er auf der Flucht erschossen. Es kann sein, dass er keinen Fluchtversuch unternahm, sondern dass es als Ausrede benutzt wurde um ihn zu erschießen. Seine Eltern erhielten von ihrem Sohn ein Paket mit einigen persönlichen Gegenständen, darunter große schwere Schuhe, die für Jaap zu groß waren. Es war ein Brief dabei. Er soll an einer Krankheit gestorben sein. Zu diesem Zeitpunkt gab es keine weiteren Informationen, aber die Familie nahm sofort an, dass er ermordet wurde. Vor dem Krieg hatten Herr und Frau Rubens ein Dienstmädchen, Karoline Broertjes, die während der Besatzung nicht mehr mit jüdischen Familien arbeiten durfte, weil sie keine Jüdin war. Karoline ist mit der Familie in Kontakt geblieben und hat versucht, ihre ehemaligen Arbeitgeber davon zu überzeugen, sich zu verstecken. Sie war bereit zu helfen, aber Herr Rubens sagte: “Ach, nein, ich habe meinen Stammhalter verloren. Welchen Unterschied macht es?” Das Dienstmädchen hat nie gewust, dass Jaaps Eltern sich doch versteckten, aber verhaftet und nach Auschwitz deportiert worden sind. Sie hat sie nie wieder gesehen. Eines Tages waren sie weg. Höchstwahrscheinlich wurden sie verraten. Marcus Rubens (63 Jahre) und Rebecca Rubens-Witstein (60 Jahre) wurden bei ihrer Ankunft in Auschwitz am 22. Mai 1944 vergast. Sie hatten überhaupt keine Chance. Die drei Töchter überlebten den Krieg. Ella und Betty versteckten sich. Thea war mit einem Mann aus Portugal verheiratet und konnte mit ihrem Mann und ihrer kleinen Tochter nach Portugal auswandern. Karoline Broertjes heiratete Jan Engel am 23. Februar 1950. Sie war meine Mutter und erzählte mir jedes Jahr im Mai von Jaap. Sie sagte, er sei ein netter Junge und sie mochte ihn sehr. Sie war immer sehr traurig, wenn sie über ihn sprach.
Anke Engel
Anke Engel, geb. 26 december 1950 in Amsterdam.
Studium: Geschichte an der Freien Universität in Amsterdam 1969-1975
Beruf: Historikerin, Lehrerin; Geschichte, Sozialwissenschaften und Niederländisch als Zweitsprache. 1975-2015
Veröffentlichungen: 2004 ‘Bruder und Schwester. Hundert Jahre gemischter Freimaurerei.' 100 Jahre Jubiläum der Niederländische Federation Le Droit Humain.
2019 ‘Wo mein Brot ist, ist mein Vaterland. Niederländische Arbeiter im Ruhrgebiet von 1900 bis 1940.’
Sie arbeitet jetzt an einem Buch über Reisen von 1900 bis 2020 und die Erinnerungen, auf die die Nachkriegsgenerationen gestoßen sind.
Jakob Gijs Rubens, who was called Jaap, was the son of Marcus Rubens and Rebecca Rubens-Witstein. The Rubens family were liberal Jewish, not Orthodox, but the Jewish holidays were celebrated. Mr. and Mrs. Rubens had a wholesale business in ties, buttons and collars in Amsterdam's Breestraat. Jaap had three sisters, Ella, Betty and Thea. He was the youngest and only son, a frail young man with glasses. His parents expected him to take over the business. There was an argument about it, because he actually wanted to become a musician. Jaap was arrested in Amsterdam, most likely during the second raid that took place on 11 June 1941. About 300 young Jewish men were arrested. Jaap was deported to Mauthausen, where he died on 7 August 1941, only 22 years old. According to data from the Arolsen archives, he was shot on the run. It may be that he made no attempt to flee, but that it was used as an excuse to shoot him. His parents received a package with some personal belongings from their son, including large heavy shoes, too big for Jaap. There was a letter with it. He is said to have died from an illness. There was no more information at the time, but the family immediately assumed that he was murdered. Before the war, Mr. and Mrs. Rubens had a maid, Karoline Broertjes, who was no longer allowed to work with Jewish families during the occupation, because she was not Jewish. Karoline has kept in touch with the family and tried to persuade her former employers to go into hiding. She was willing to help, but Mr. Rubens said: ‘No, I have lost my only son and heir. What difference does it make?’ The maid never knew that Jaap’s parents went into hiding anyway and were arrested and deported to Auschwitz. She has not seen them again. One day they were gone. Most likely they have been betrayed. Marcus Rubens (63 years old) and Rebecca Rubens-Witstein (60 years old) were gassed on arrival in Auschwitz on 22 May 1944. They had no chance to survive at all. The three daughters survived the war. Ella and Betty were in hiding. Thea was married to a Portuguese man and managed to emigrate to Portugal with her husband and little daughter. Karoline Broertjes married Jan Engel on 23 February 1950. She was my mother and she told me about Jaap every year in the month of May. She said he was a nice boy and she liked him very much. She was always very sad when she spoke about him.
Ank Engel
Ank Engel b. 26 december 1950 in Amsterdam.
Studies: History at the Free University in Amsterdam 1969-1975
Profession: historian, teacher; History, Social Sciences and Dutch as a second language. 1975-2015.
Publications: 2004. ‘Brothers and Sisters. Hundred Years Mixed Freemasonry’. 100th anniversary of the Dutch federation of Le Droit Humain.
2019 ‘Where my bread is, is my homeland. Dutch labourers in the Ruhrvalley from 1900 to 1940’.
She is now working on a book about traveling between 1900 and 2020 and the memories of the Second Worldwar that the postwar-generations have come across.
Jakob Gijs Rubens, dieJaap werd genoemd, was de zoon van Marcus Rubens en Rebecca Rubens-Witstein. De familie Rubens was liberaal-joods, niet orthodox, maar de joodse feestdagen werden wel gevierd. De heer en mevrouw Rubens hadden een grossierderij in dassen, knopen en boorden in de Amsterdamse Breestraat. Jaap had drie zusters, Ella, Betty en Thea. Hij was de jongste en de enige zoon, een tengere jonge man met een bril. Zijn ouders verwachtten van hem dat hij de zaak zou overnemen. Er was wel eens ruzie over, omdat hij eigenlijkliever musicus wilde worden. Jaap is in Amsterdam gearresteerd, hoogstwaarschijnlijk tijdens de tweede razzia die plaatsvond op 11 juni 1941. Er werden ongeveer 300 jonge Joodse mannen opgepakt. Jaap werd naar Mauthausen gedeporteerd, alwaar hij is gestorven op 7 augustus 1941, pas 22 jaar oud. Volgens de gegevens van de Arolsen archives is hij op de vlucht doodgeschoten. Het kan natuurlijk zijn dat hij geen poging heeft gedaan te vluchten, maar dat dit als excuus is gebruikt om hem dood te schieten. Zijn ouders ontvingen een pakje met enkele persoonlijke bezittingen van hun zoon, waaronder grote zware schoenen, te groot voor Jaap.Er was een brief bij. Hij zou zijn gestorven aan een ziekte. Meer informatie was er indertijd niet, maar de familie is er wel meteen van uit gegaan dat hij is vermoord. De heer en mevrouw Rubens hadden voor de Oorlog een dienstmeisje, Karoline Broertjes, die in de bezettingstijd niet meer bij Joodse families mocht werken, omdat zij niet joods was. Karoline heeft wel contact gehouden met de familie en geprobeerd haar voormalige werkgevers over te halen onder te duiken. Zij wilde wel helpen, maar de heer Rubens zei :’Ach, nee, ik ben mijn stamhouder kwijt. Wat maakt het nog uit? ’ Het dienstmeisje heeft nooit geweten dat de ouders van Jaapwel zijn ondergedoken en toch zijn opgepakt en naar Auschwitz gedeporteerd. Zij heeft ze nooit meer gezien. Op een dag waren zij verdwenen. Hoogstwaarschijnlijk zijn ze verraden. Marcus Rubens (63jaar oud) en Rebecca Rubens-Witstein (60 jaar oud) zijn bij aankomst in Auschwitz op 22 mei 1944 vergast. Zij hadden geen schijn van kans. De drie dochters hebben de Oorlog overleefd. Ella en Betty zijn ondergedoken. Thea was getrouwd met een man uit Portugal en is er in geslaagd met haar man en dochtertje naar Portugal te emigreren. Karoline Broertjes trouwde op 23 februari 1950 met Jan Engel. Zij was mijn moeder en zij heeft mij ieder jaar in de maand mei verteld over Jaap. Ze zei, dat hij een aardige jongen was en dat zij hem graag mocht. Ze was altijd erg verdrietig als ze over hem sprak.
Beroep: historicus, docent geschiedenis, MAW en NT2. 1975-2015.
Publicaties: 2004 ‘Broeders en Zusters. Honderd jaar gemengde Vrijmetselarij.’ JubileumNederlandse Federatie Le Droit Humain.
2019 ‘Waar mijn brood is, is mijn vaderland. Nederlandse arbeiders in het Ruhrgebied van 1900 tot 1940’
Is anno 2020 bezig met het schrijven van een boek over reizen tussen 1900 en 2020 en de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog die de naoorlogse generaties op reis zijn tegen gekomen.